De opleiding verzorgende IG/ MZ: hoe is dat eigenlijk?  

Het Parkhuis heeft op dit moment weer vacatures voor leerling Verzorgende IG/ Maatschappelijke zorg, om in september te starten met de opleiding. Maar hoe ziet dat er nu eigenlijk uit? We vroegen het Nancy Heesakkers, eerstejaars leerling VIG, die in september vorig jaar startte met de opleiding. 

Denk je na het lezen van de ervaringen van Nancy, dat is ook wel wat voor mij?
Solliciteer dan via onze website!

Waarom heb je voor het Parkhuis gekozen? 
“Ik woonde in Brabant en mijn vriend in de omgeving van Dordrecht. Toen we wilden gaan samenwonen ben ik in het voorjaar van 2020 ben begonnen met het zoeken naar vacatures voor leerling en kwam deze vacature tegen. Ik kende de verpleeghuisorganisaties in de regio niet en mijn schoonfamilie ook niet echt, dus ik ben er blind ingestapt. Toen ik vorig jaar in het voorjaar het sollicitatiegesprek en de meeloopdag had gehad, beviel dat eigenlijk zo goed dat ik niet meer verder heb gezocht.”

Verschillende afdelingen 
“Tijdens de opleiding werk je op verschillende locaties. Ik werk nu op het Polderhuis en in juni ga ik naar de Ceder. Volgende week heb ik daar een  kennismakingsgesprek. Dat is een grotere afdeling, met meer cliënten dan we hier hebben. Ik ben heel benieuwd. Voorheen ook wel op grotere afdelingen gewerkt, ik werkte al op een revalidatieafdeling met 36 cliënten dus ben wel wat gewend. Op de Ceder blijf ik volgens mij 11 maanden. Ik hoop dat ik daarna de kans krijg richting de revalidatie te gaan. Je werkt daar steeds met andere cliënten en de vorderingen die cliënten maken en waar jij aan kunt bijdragen vind ik mooi.“  

Je had dus al ervaring in de zorg toen je begon? 
“Ik ben toen ik 16 was de opleiding helpende gaan doen en ben nu 23, dus ik had al wel ervaring toen ik hier begon. Ik was ook al bekend met de doelgroep. Mijn tantes en mijn moeder komen uit de zorg, daarom ben ik ook de opleiding helpende gaan doen “ 

Wat is het mooiste aan je werk? 
“Het leukste vind ik de zorg en het geven van persoonlijke aandacht: opstaan, wassen, een praatje maken. Kijken wat mensen vroeger leuk vonden en daar ook wat mee doen:  misschien vinden ze dat nog steeds leuk. Ik ga ook liever zelf wat later aan de koffie of lunchen als dat betekent dat ik net wat extra tijd aan een bewoner kan besteden.“  

En de mindere kant? 
“Het lastigste vind ik de momenten waarop bewoners laten merken naar huis te willen, of naar hun kinderen. Daar op de juiste manier op reageren en de goede dingen zeggen om iemand gerust te stellen is best moeilijk. Aan de andere kant leer je ook omgaan met moeilijke situaties, bijvoorbeeld overlijden. Je leert loslaten.”

Hoe bevalt het werken en leren? 
“Het is werken en leren tegelijk is goed te doen. Je hebt 1 dag in de week les en je ‘huiswerk’ bestaat meestal uit werkopdrachten die je tijdens het werk kunt doen. Dat vrijwel alles nu online is vind ik niet heel erg. We hebben om de week een halve dag op school les en 1 keer per maand een dag praktijkles, dat laatste is wel weinig. Maar voor de nieuwe leerlingen is dat straks misschien wel weer anders. We hebben nu van eind april tot eind mei een periode waarin je vier praktijkopdrachten moet doen en daarna een praktijkexamen. En dan door naar het volgende jaar!” 

Hoe zien jouw dagen eruit? 
“Ik werk nu op deze locatie alleen ochtend- en middagdiensten. Tijdens de nacht en avond zijn er minder gediplomeerden aanwezig. De ochtenddiensten vind ik het leukst, waarbij je ‘s ochtends ook helpt bij het opstaan. Gedurende de dag begeleiden we de bewoners bij hun dagelijkse bezigheden: we eten samen, drinken koffie, doen leuke activiteiten. De dingen die je thuis eigenlijk ook zou doen. Ik was bij vorige werkgevers gewend om veel avonddiensten te werken, daar kijk ik ook wel weer naar uit. Het feit dat je wisselende diensten draait vind ik fijn.”  

Heb je nog tips voor nieuwe leerlingen?
“Als je nog geen ervaring hebt in de zorg: Kijk naar verschillende doelgroepen en sta open voor nieuwe dingen. Wat een ander niet leuk vindt kan jou misschien wel heel goed liggen. En algemeen: Toon interesse en stel vragen. Ik was toen ik als helpende startte heel verlegen, maar uiteindelijk leer je toch het meest als je het gewoon vraagt. Bespreek lastige situaties later met je collega’s of werkbegeleider of praktijkopleider.  Ik heb gelukkig tot nu toe fijne collega’s, werkbegeleiders en praktijkopleiders, wat het ook makkelijker maakt om die vragen te stellen.”